1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
|
.TH urpmi.cfg 5 "28 augustus 2003" "Mandrakesoft" "Mandrakelinux"
.IX urpmi.cfg
.SH NAAM
urpmi.cfg \- formaat van het urpmi-configuratiebestand.
.SH BESCHRIJVING
Het bestand urpmi.cfg is onderverdeeld in meerdere segmenten: één segment met
globale opties, en voorts één segment per medium.
.SS Globale opties
Sommige globale opties zijn standaard ingeschakeld. Het volgende voorbeeld toont
hoe de standaard ingeschakelde opties voor de controle van pakketondertekeningen
en het voorkomen van gesplitste transacties kan worden uitgeschakeld :
.B "{"
.br
.B " no-verify-rpm"
.br
.B " split-length: 0"
.br
.B "}"
Dit segment kan de volgende opties bevatten:
.TP
.B verify-rpm
Hetzelfde als de optie \fB--verify-rpm\fP van \fBurpmi\fP. Hiermee wordt de
controle van pakketondertekeningen in- of uitgeschakeld (dit is standaard altijd
ingeschakeld). Net zoals alle andere booleaanse opties, kent het uitschakelen
meerdere syntactische varianten :
\fBno-verify-rpm\fP of \fBverify-rpm: no\fP of \fBverify-rpm: off\fP of
\fBverify-rpm: 0\fP.
.TP
.B fuzzy
Hetzelfde als de optie \fB--fuzzy\fP van \fBurpmi\fP of \fBurpmq\fP. Hiermee wordt
het zoeken naar alle namen die de opgegeven tekst bevatten (in plaats van alleen
exact overeenkomende namen) in- of uitgeschakeld. Deze optie is standaard
uitgeschakeld. Ook deze optie kan op meerdere manieren worden opgegeven:
\fBfuzzy\fP of \fBfuzzy: yes\fP of \fBfuzzy: on\fP of \fBfuzzy: 1\fP.
.TP
.B allow-force
Hetzelfde als de optie \fB--allow-force\fP van \fBurpmi\fP; dit is standaard
uitgeschakeld.
.TP
.B allow-nodeps
Hetzelfde als de optie \fB--allow-nodeps\fP van \fBurpmi\fP; dit is standaard
uitgeschakeld.
.TP
.B pre-clean, post-clean, clean
Control-cache-beheer van \fBurpmi\fP; standaard is alleen \fBpost-clean\fP
ingeschakeld.
.TP
.B excludedocs
Hetzelfde als de optie \fB--excludedocs\fP van \fBurpmi\fP; dit is standaard
uitgeschakeld.
.TP
.B limit-rate
Hetzelfde als de optie \fB--limit-rate\fP voor alle urpmi-gereedschappen. Met deze
optie kan de downloadsnelheid worden beperkt; standaard geldt geen beperking.
Achter de optie wordt de maximumsnelheid opgegeven in kilobytes per seconde,
tenzij tevens een achtervoegsel \fBK\fP of \fBM\fP wordt opgegeven.
.TP
.B excludepath
Hetzelfde als de optie \fB--excludepath\fP van \fBurpmi\fP. Met deze optie kan
een door komma's gescheiden lijst worden opgegeven met paden die uitgesloten
zijn van installatie. Standaard zijn geen paden uitgesloten van installatie.
.TP
.B key-ids
Deze optie is niet op de opdrachtregel beschikbaar. Hiermee kan een door komma's
gescheiden lijst met \fBsleutel-ID's\fP voor een willekeurig medium globaal
geaccepteerd worden (de sleutels moeten nog steeds door geautoriseerd zijn door
\fBrpm\fP), tenzij een specifieke optie \fBkey-ids\fP voor het desbetreffende
medium is opgegeven. Er geldt geen standaardwaarde (zelfs de sleutel-ID 70771ff3 van
Mandrakesoft wordt niet standaard geaccepteerd).
.TP
.B split-level
Hetzelfde als de optie \fB--split-level\fP van \fBurpmi\fP. Met deze optie wordt
bepaald wanneer een transactie gesplitst mag worden, afhankelijk van het aantal
pakketten dat betrokken is bij een upgrade. De standaardwaarde is 20.
.TP
.B split-length
Hetzelfde als de optie \fB--split-length\fP van \fBurpmi\fP. Hiermee wordt de minimale
lengte opgegeven van een gesplitste transactie. De standaardwaarde is 1 (de kleinst
mogelijke transactie). Wanneer voor deze optie de waarde 0 wordt opgegeven, wordt het
splitsen van transacties voorkomen.
.TP
.B downloader
Geeft aan welk downloadprogramma gebruikt moet worden: \fBwget\fP of \fBcurl\fP.
.SS Mediumbeschrijving
Een medium wordt als volgt beschreven :
.B "naam url {"
.br
.B " hdlist: ..."
.br
.B " ..."
.br
.B "}"
Hierbij is \fBnaam\fP de naam van het medium (waarbij spaties voorafgegaan moeten
worden door een backslash), en de optionele aanduiding \fBurl\fP de URL van het
medium is (als geen \fBurl\fP is opgegeven, wordt dit zo mogelijk bepaald aan de
hand van het verplichte lijstbestand).
De meeste andere opties zoals \fBlist\fP, \fBwith_hdlist\fP, \fBsynthesis\fP,
\fBremovable\fP en \fBvirtual\fP zijn voor intern gebruik. Het veranderen van deze
opties is alleen aan te raden voor ervaren gebruikers.
Opties zoals \fBupdate\fP, \fBignore\fP en \fBkey-ids\fP kunnen worden ingesteld om
respectievelijk media aan te duiden als update-bronnen, media te laten negeren, of
toegestane GPG-sleutel-ID's op te geven voor het controleren van pakketten van het medium
(tenzij uiteraard het controleren van pakketondertekeningen globaal is uitgeschakeld).
Tevens kunnen in een mediumbeschrijving de opties \fBverify-rpm\fP en \fBdownloader\fP
worden overschreven met een voorkeurswaarde.
Let op dat \fBkey-ids\fP automatisch door \fBurpmi.update\fP of \fBurpmi.addmedia\fP
wordt ingesteld wanneer een bestand met publieke sleutels beschikbaar is op de mirror-site.
Dit bestand bevat alle GPG-sleutels die gebruikt kunnen worden.
.SH FOUTEN
Een \fB{\fP moet altijd aan het einde van een regel staan, net zoals \fB}\fP aan het begin
moet staan.
Dit betekent dat de constructie \fB{ no-verify-rpm }\fP op één regel niet is toegestaan.
.SH AUTEURS
Pascal Rigaux, Mandrakesoft <pixel@mandrakesoft.com> (oorspronkelijke auteur)
.PP
Francois Pons, Mandrakesoft <fpons@mandrakesoft.com>
.PP
Rafael Garcia-Suarez, Mandrakesoft <rgarciasuarez@mandrakesoft.com>
(current maintainer)
.SH ZIE OOK
\fIurpmi\fP(8)
|