Nieuwe netwerkinterface instellen (LAN, ISDN, ADSL, ...)drakconnectIntroductieMet deze toolU kunt deze tool op de commandoregel starten, door als root drakconnect te typen. kunt u veel instellen
voor uw lokale netwerk- of internettoegang. U dient sommige gegevens te
weten van uw internetprovider of uw netwerkbeheerder.Kies het verbindingstype dat u in wilt stellen, afhankelijk van de hardware
en de provider die u heeft.Een nieuwe bekabelde verbinding (Ethernet)Het eerste venster laat de interfaces zien die beschikbaar zijn. Kies welke
ingesteld moet worden.Hier wordt de keuze gegeven tussen zelf, handmatig, een IP-adres invoeren,
of er automatisch een toegewezen krijgen.Automatisch IPEthernet/IP-instellingen: kies hier of de DNS-servers
van de DHCP-server opgehaald worden, of handmatig ingesteld, zoals hieronder
uitgelegd wordt. In het laatste geval dienen de IP-adressen van de the
DNS-servers ingevoerd te worden. De HOSTNAAM van de computer kan ook
ingesteld worden. Wordt dit niet gedaan, dan wordt standaard de naam
localhost.localdomain gebruikt. De Hostnaam kan ook door
de DHCP-server ingesteld worden met de optie Hostnaam laten
toekennen door DHCP-server. Niet alle DHCP-servers hebben deze
functie, een ADSL-router voor thuisgebruik kan dit waarschijnlijk niet.De 'Geavanceerd'-knop geeft u de mogelijkheid te specificeren:Zoekdomein (inactief indien door de DHCP-server geleverd)de DHCP-clientDHCP-wachttijdYP-server van DHCP ophalen (standaard aangevinkt): specificeer de NIS-serverNTPD-servers van DHCP ophalen (klokkensynchronisatie)DHCP-hostnaam: gebruik deze optie alleen als de DHCP-server vereist dat de
client een hostnaam heeft alvorens een IP-adres te ontvangen. Deze optie
werkt niet bij sommige DHCP-servers.Klik op 'Volgende' om verder te gaan. De volgende stappen zijn gelijk voor
alle netwerkinterfaces en worden hier uitgelegd: Handmatige configuratieEthernet/IP-instellingen: kies welke DNS-servers te
gebruiken. De HOSTNAAM van de computer kan ook ingesteld worden. Wordt dit
niet gedaan, dan wordt standaard de naam
localhost.localdomain gebruikt.Voor een thuisnetwerk ziet het IP-adres er meestal uit als
192.168.x.x, Netmask is
255.255.255.0. De Gateway and DNS servers kunt u vinden
op de website van uw provider.Bij de Geavanceerde installingen, kunt u een Zoekdomein
invoeren. Dat is gewoonlijk uw thuisdomein, bv. als uw computer "splash"
heet en de volledige naam "splash.boatanchor.net", dan is het Zoekdomein
"boatanchor.net". Het is prima dit veld leeg te laten, tenzij u weet dat u
het nodig heeft. ADSL thuis heeft deze instelling zelden nodig.De volgende stappen vindt u in Een nieuwe Satellietverbinding (DVB)Dit deel werd nog niet geschreven door gebrek aan middelen. Als u denkt dat
u dit deel kan schrijven, contacteer dan a.u.b. het
Documentatieteam. Bij voorbaat dank.Een nieuwe KabelmodemverbindingHet eerste venster laat de interfaces zien die beschikbaar zijn. Kies welke
ingesteld moet worden.Hier wordt de keuze gegeven tussen zelf, handmatig, een IP-adres invoeren,
of er automatisch een toegewezen krijgen.U dient een authenticatiemethode in te stellen:GeenBPALogin gebruiken (nodig voor Telstra). Zonodig hier uw gebruikersnaam en
wachtwoord invoeren.Automatisch IPKabel/IP-instellingen: stel hier in of de DNS servers
van de DHCP-server opgehaald worden, of handmatig ingesteld, zoals hieronder
uitgelegd wordt. In het laatste geval dienen de IP-adressen van de the
DNS-servers ingevoerd te worden. De HOSTNAAM van de computer kan ook
ingesteld worden. Wordt dit niet gedaan, dan wordt standaard de naam
localhost.localdomain gebruikt. De Hostnaam kan ook door
de DHCP-server ingesteld worden met de optie Hostnaam laten
toekennen door DHCP-server. Niet alle DHCP-servers hebben deze
functie, een ADSL-router voor thuisgebruik kan dit waarschijnlijk niet.De 'Geavanceerd'-knop geeft u de mogelijkheid te specificeren:Zoekdomein (inactief indien door de DHCP-server geleverd)de DHCP-clientDHCP-wachttijdYP-server van DHCP ophalen (standaard aangevinkt): specificeer de NIS-serverNTPD-servers van DHCP ophalen (klokkensynchronisatie)DHCP-hostnaam: gebruik deze optie alleen als de DHCP-server vereist dat de
client een hostnaam heeft alvorens een IP-adres te ontvangen. Deze optie
werkt niet bij sommige DHCP-servers.Klik op 'Volgende' om verder te gaan. De volgende stappen zijn gelijk voor
alle netwerkinterfaces en worden hier uitgelegd: Handmatige configuratieKabel/IP-instellingen: u moet DNS-servers kiezen om te
gebruiken. De HOSTNAAM van de computer kan ook ingesteld worden. Wordt dit
niet gedaan, dan wordt standaard de naam
localhost.localdomain gebruikt.Voor een thuisnetwerk ziet het IP-adres er meestal uit als
192.168.x.x, Netmask is
255.255.255.0. De Gateway and DNS servers kunt u vinden
op de website van uw provider.Bij de geavanceerde instellingen kunt u een Zoekdomein
opgeven. Dat zal gewoonlijk uw thuisdomein zijn, dus als uw computer de naam
"splash" heeft en zijn volledige domeinnaam "splash.boatanchor.net" is, dan
is het zoekdomein "boatanchor.net". Het is prima geen zoekdomein op te
geven. Voor thuisnetwerken is deze optie doorgaans overbodig.De volgende stappen vindt u in Een nieuwe DSL-verbindingAls de tool netwerkkaarten vindt, kunt u er één kiezen en configureren.U ziet een lijst met leveranciers, ingedeeld naar land. Kies de uwe. Indien
deze niet in de lijst staat, kies dan Niet opgenomen - handmatig
bewerken. Vul de gegevens in zoals uw leverancier deze gaf.Kies een van de beschikbare protocollen:Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)Handmatige TCP/IP-configuratiePPP over ADSL (PPPoA)PPP over Ethernet (PPPoE)Point to Point Tunneling Protocol (PPTP)ToegangsinstellingenAccount-aanmelding (gebruikersnaam)Accountwachtwoord(Advanced) Virtual Path ID (VPI)(Advanced) Virtual Circuit ID (VCI)De volgende stappen vindt u in Een nieuwe ISDN-verbindingDe wizard vraagt welk apparaat geconfigureerd moet worden:Handmatige keuze (interne ISDN-kaart)Extern ISDN-modemU ziet een lijst met modems, gesorteerd naar categorie en fabrikant. Kies de
uwe.Kies een van de beschikbare protocollen:Protocol voor de rest van de wereld, behalve Europa (DHCP)Protocol voor Europa (EDSS1)U ziet een lijst met leveranciers, ingedeeld naar land. Kies de uwe. Indien
deze niet in de lijst staat, kies dan Niet opgenomen - handmatig
bewerken. Vul de gegevens in zoals uw leverancier deze gaf voor
de 'Inbellen:'-opties en -parameters:VerbindingsnaamTelefoonnummerAanmeldingsnaamAccountwachtwoordAanmeldingscontrole-methodeKies daarna de automatische of handmatige methode voor het IP-adres. Voer in
het laatste geval het IP-adres en het Subnetmasker in.Vervolgens kiest u hoe DNS-serveradressen worden verkregen, automatisch of
handmatig. Bij handmatige configuratie stelt u het volgende in:DomeinnaamEerste en tweede DNS-serverSelecteer of de hostnaam bepaald wordt aan de hand van het IP-adres. Dit is
uitsluitend mogelijk als uw leverancier dat toestaat.Vervolgens kiest u of het gatewayadres automatisch of handmatig verkregen
wordt. Bij een handmatige configuratie dient u het IP-adres in te voeren.De volgende stappen vindt u in Een nieuwe Draadloze verbinding (Wi-Fi)Het eerste venster somt de gevonden netwerkinterfaces op en de mogelijkheid
een Windows-stuurprogramma te gebruiken (met ndiswrapper). Kies welke u wilt
instellen. Gebruik ndiswrapper uitsluitend als geen andere keuze werkt.Hier wordt de keuze gegeven tussen de verschillende netwerken die de kaart
ontdekt heeft.Specifieke instellingen dienen voor het netwerk gegeven te worden:Operatiemodus:BeheerdOm met een bestaand toegangspunt te verbinden (meest gebruikt).Ad-hocOm een directe verbinding tussen computers in te stellen.Netwerknaam (ESSID)Versleutelingsmodus: hangt af van hoe het access point ingesteld is.WPA/WPA2Deze versleutelingsmodus is beter, als uw hardware hem ondersteuntWEPSommige oude apparaten kennen alleen deze versleutelingsmethodeVercijferingssleutelDeze dient overeen te komen met die van het access pointHier kunt u kiezen tussen automatisch een IP-adres krijgen, of dat handmatig
instellen.Automatisch IPIP-instellingen: kies hier of de DNS-servers van de
DHCP-server opgehaald worden, of handmatig ingesteld, zoals hieronder
uitgelegd wordt. In het laatste geval dienen de IP-adressen van de the
DNS-servers ingevoerd te worden. De HOSTNAAM van de computer kan ook
ingesteld worden. Wordt dit niet gedaan, dan wordt standaard de naam
localhost.localdomain gebruikt. De Hostnaam kan ook door de DHCP-server
ingesteld worden met de optie Hostnaam laten toekennen door
DHCP-server.De 'Geavanceerd'-knop geeft u de mogelijkheid te specificeren:Zoekdomein (inactief indien door de DHCP-server geleverd)de DHCP-clientDHCP-wachttijdYP-server van DHCP ophalen (standaard aangevinkt): specificeer de
NIS-serversNTPD-servers van DHCP ophalen (klokkensynchronisatie)DHCP-hostnaam: gebruik deze optie alleen als de DHCP-server vereist dat de
client een hostnaam heeft alvorens een IP-adres te ontvangen. Deze optie
werkt niet bij sommige DHCP-servers.De nu volgende stappen zijn gelijk voor alle soorten verbindingen en worden
uitgelegd in: Handmatige configuratieIP-instellingen: hier dient u de DNS-servers in te
stellen. De HOSTNAAM van de computer kan ook ingesteld worden. Standaard
wordt de naam localhost.localdomain gebruikt.Voor een thuisnetwerk ziet het IP-adres er meestal uit als
192.168.x.x, Netmask is
255.255.255.0. De Gateway and DNS servers kunt u vinden
op de website van uw provider.Bij de geavanceerde instellingen kunt u een Zoekdomein
opgeven. Dat is de volledige hostnaam van uw computer, zonder de eerste naam
tot en met de eerste punt.De volgende stappen vindt u in Een nieuwe GPRS/Edge/3G-verbindingAls de tool draadloze interfaces ontdekt, laat hij u er een kiezen en
instellen.De pincode wordt gevraagd. Laat het veld leeg als deze niet nodig isDe wizard vraagt om het netwerk. Als dat niet gevonden wordt, kies dan de
optie Niet opgenomen - handmatig bewerken.U ziet een lijst met leveranciers, ingedeeld naar land. Kies de uwe. Indien
deze niet in de lijst staat, kies dan Niet opgenomen - handmatig
bewerken. Vul de gegevens in zoals uw leverancier deze gaf.Geef de toegangsinstellingenNaam toegangspuntAccount-aanmelding (gebruikersnaam)AccountwachtwoordDe volgende stappen vindt u in Een nieuwe Bluetooth-inbelnetwerkverbindingDit deel werd nog niet geschreven door gebrek aan middelen. Als u denkt dat
u dit deel kan schrijven, contacteer dan a.u.b. het
Documentatieteam. Bij voorbaat dank.Een nieuwe Analoog-telefoonmodemverbinding (POTS)De wizard vraagt welk apparaat geconfigureerd moet worden:Handmatige keuzeGevonden hardware, indien van toepassing.U ziet een poortenlijst. Selecteer uw poort.Indien dat nog niet gebeurd is, zal voorgesteld worden dat u het pakket
kppp-provider installeert.U ziet een lijst met leveranciers, ingedeeld naar land. Kies de uwe. Indien
deze niet in de lijst staat, kies dan Niet opgenomen - handmatig
bewerken. Vul de gegevens in zoals uw leverancier deze gaf voor
de 'Inbellen:'-opties en -parameters:VerbindingsnaamTelefoonnummerAanmeldingsnaamWachtwoordAanmeldingscontrole, kies tussen:PAP/CHAPScript-gebaseerdPAPGebaseerd op een terminalCHAPDe volgende stappen vindt u in De configuratie beëindigenIn de volgende stap kunt u instellen:Gebruikers toestaan de verbinding te beherenDe verbinding bij het opstarten makenSchakel 'traffic-accounting' inSta toe dat deze interface door Network Manager beheerd
wordtBij een draadloze verbinding is er een extra optie, Sta
accesspoint-roaming toe, dat de mogelijkheid geeft automatisch
tussen toegangspunten te schakelen, afhankelijk van hun signaalsterkte.Met de 'Geavanceerd'-knop kunt u instellen:MetrischMTU"Hot"-aansluiten van netwerkSchakel IPv6 naar IPv4 tunnel inDe laatste stap laat u instellen of de verbinding meteen moet starten, of
niet.