Toegang tot gedeelde Windows (SMB)-stations en -mappen.
diskdrake --smb
Introductie
Deze tool
U kunt deze tool op de commandoregel starten, door als root diskdrake --smb te typen.
maakt het mogelijk aan te
geven welke mappen voor alle gebruikers van het systeem toegankelijk moeten
zijn. Het hiervoor gebruikte protocol is SMB, dat door Windows (R) populair
werd. De gedeelde map zal bij het starten van het systeem beschikbaar
zijn. Gedeelde mappen zijn ook toegankelijk via tools als bestandsbrowsers.
Alvorens deze tool te starten, is het een goed idee de namen van de
beschikbare servers vast te leggen, bijvoorbeeld met
Procedure
Klik op Servers zoeken om een lijst te krijgen van
servers die mappen delen.
Klik op de naam van de server en op > voor de servernaam, om de lijst van
gedeelde mappen te zien en de map die u wilt openen te selecteren.
De Koppelpunt-knop is nu beschikbaar, het is nodig
dat u aangeeft waar u de map wilt aankoppelen.
Na het kiezen van het koppelpunt, kunt u de map aankoppelen met de
Koppelen-knop. U kunt ook enkele opties checken en
veranderen via de Opties-knop.
Via Opties kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord
invoeren voor de SMB-server. Nadat de map aangekoppeld is, kunt u hem weer
loskoppelen met dezelfde knop als waarmee u hem aankoppelde.
Na het aanvaarden van de configuratie met de
Klaar-knop, verschijnt er een bericht met de vraag of
u de /etc/fstab aanpassingen wilt opslaan. Dit zal de map na elke
systeemstart beschikbaar maken, als het netwerk beschikbaar is. De nieuwe
map is dan zichtbaar in uw bestandsbrowser, bijvoorbeeld in Dolphin.